Page images
PDF
EPUB

zocht en zooveel mogelijk gesorteerd en beschreven, 20. een beredeneerd plan van indeeling van mijne verzamelingen opgemaakt, en 3. de geschiedenis van de wording dezer provincie nagegaan en beschreven heb. Zoodra ik den noodigen tijd voor de laatste vergelijking en aanvulling zal hebben, zou het eerste stuk thans ter perse gelegd kunnen worden. Dit is voornamelijk wegens de drukten met de nieuwe archieven en de verdere overneming van oude rechterlijke archieven thans het geval nog niet.

Met de reizen ter opsporing en de overneming van die oude rechterlijke archieren is weder zooveel mogelijk voortgegaan, gelijk met de ordening van oude gemeente-archieven, die met die overnemingen dikwijls verband houden. Aan ordening en verdere bewerking van onde rechterlijke archieven kon door mij dit jaar zeer weinig gedaan worden. De commies-chartermeester echter heeft er eenige onderhanden genomen, o. a de bij die van Bergen op Zoom behoorende kleinere archieven of collecties. ook Wouw; verder Waspik. De afwerking en indeeling dezer collecties en hare inventarisatie zal eerst later gezamenlijk deor ons kunnen geschieden.

De commies-chartermcester hield zich verder onledig met de vervaardiging der afschriften van een goed decl der latijnsche stukken betrekkelijk Heuchten en andere geleverde afschriften: met de vervaardiging van klappers of indices op verschillende registers, die dikwijls geraadpleegd moeten worden; met de catalogiseering van aanwinsten van boekerij en archief; met tal van nasporingen voor autoriteiten en particulieren en een groot deel der correspondentie, hiertoe betrekkelijk. De ordening van de havelooze archieven der gemeente Dinther en daarmee vermengde bestanddeelen bracht hij bijna ten einde.

Ten slotte kan ik nog vermelden dat van de bescheiden, afkomstig van het Jeznielencollegie alhier, waarvan vroeger door de heeren de Josselin de Jong en van Hasselt een gedeelte was beschreven (1), dr. Zuidema thans een ander deel beschreef, waarop de geheele inventarisatie door mij ter verkrijging van de noodige eenheid is herzien en zoover nog noodig voltooid. Den inventaris heb ik volgens de verschillende bezittingen van het collegie en zijner voorgangers ingedeeld en verder met inachtneming van het hierover in mijn jaarverslag over 1886 (2) medegedeelde. Ik zal een afschrift van dien inventaris als bijlage aan dit verslag toevoegen, zoodra voor het overschrijven tijd kan worden gevonden.

(1) Archiefverslagen 1887, blz. 41; 1888, blz. 48. (2) Archiefverslagen 1886, blz. 29 vlg.

V. Vilgaaf van bescheiden uit het archief.

In de levering van de authentieke afschriften der origineele oorkonden betrekkelijk Heuchten, waarvan ik hiervóór melding maakte, en in de inventarisatie enz van de oudere en jongere kopieën van de niet meer in origineel daarbij aanwezige, vond ik aanleiding om dr. Zuidema voor te slaan de voornaamste te Zamen uit te geven. Nadat ik daartoe ook de oude kopieboeken enz. nader onderzocht en bewerkt had, bood ik de uitgaaf in de bestuursvergadering van het Provinciaal genootschap van Kunsten en Wetenschappen alhier aan. Zij werd gaarne aangenomen en daarop dadelijk onderhanden genomen.

Andere uitgaven zijn intusschen in voorbereiding. Daartoe behoort het zoogenaamd Bosch Strickgrefier, dat is het leenboek voor het kwartier 's Hertogenbosch van het hertogdom Brabant. Dit lijvige register bevat al de leenen van den hertog van Brabant in stad en meierij van den Bosch, het land van Heusden enz. Het is natuurlijk, dat dit boek veelvuldig moet worden geraadpleegd. Vele rechten berusten er nog op, voor lokale geschiedenis en genealogie is het een rijke bron. Heeft dus de uitgaaf voor rechtzoekenden en de wetenschap veel nut, het spreekt van zelf dat daarna het origineel veel minder gebruikt zal behoeven te worden en zijn behoud dus langer is gewaarborgd. De uitgaaf zal een paar flinke deelen beslaan en misschien in het volgende jaar kunnen beginnen. Een groot deel heb ik afgeschreven en bewerkt.

VI. Aanwinsten en verliezen.

De belangrijke aanwinsten van archief en bibliotheek in 1893 heb ik uitvoerig medegedeeld in den, als bijlage aan dit verslag weder toe te voegen staat van aanwinsten. Dat daartoe ook de oorkonden ex Cheltenham behooren, van de familie van Cattenburch afkomstig en in mijn vorig jaarverslag vermeld, is gelukkig. Zij waren te Arnhem niet op hun juiste plaats.

Werd naar dit archief alles overgebracht, wat hier naar goede regelen van distributie onzer Rijksarchieven behoort, dan zou er heel wat gewonnen zijn, en dit depôt in waarheid het hoofdarchief voor deze provincie worden, wat het nu niet is. Gelukkig bleek er bij de bespreking dezer regelen in de jongste bijeenkomst der Rijksarchivarissen van vele kanten een krachtige bijval tot de meening van den heer algemeenen Rijksarchivaris dat de nieuwste provinciale grensbepaling de toewijzing in het algemeen moet beslissen. En dat niet enkel van hen, voor wie dit gelijk voor mij een levensvraag is, maar ook van andere zijde.

Ik durf in elk geval hopen dat de toevoeging aan mijne verzameling eerlang zal kunnen volgen van een reeks gewichtige collecties, als de archieven van:

1. het leenhof, den raad en rekenkamer enz. van stad en markiezaat van Bergen op Zoom;

2. den raad en rekenkamer van Zijne Hoogheid den Prins van Oranje-Nassau, wiens goederen bijna uitsluitend in het tegenwoordig Noordbrabant lagen;

3. de landsvergaderingen van de landen van Bergen op Zoom, Breda, Grave en Kuik;

4. de heerlijkheden van Heusden en Altena;

5. de kantoren der rentmeesters en ontvangers binnen die gebieden:

6. de vroeger zelfstandige gebieden binnen het tegenwoordig Noordbrabant, o. a. dat van den keurvorst van de Paltz: Ravestein

Ik wensch echter op de beschikkingen ten deze geenszins vooruit te loopen. Alleen reken ik bij de plaatsing mijner verzamelingen op deze en andere toekomstige aanwinsten.

Tot mijn spijt kon de toezegging van een compleet exemplaar der gedrukte resolutien c. a. van de staten van Holland en Westfriesland door den heer algemeenen Rijksarchivaris het vorige jaar gedaan, door onvoorziene omstandigheden nog niet worden gestand gedaan. Het geldt echter gelukkig geen afstel, enkel uitstel, dat niet eens lang meer zal behoeven te duren. Ik stel mij voor dat mij de raadpleging van deze aanwinst bij de verdere bewerking mijner verzamelingen gewichtige diensten zal kunnen bewijzen.

In de bibliographie van Nederlandsche plaatsbeschrijvingen van wijlen mr. J. T. Bodel Nijenhuis wordt op bladz. 42 van Heurn's onuitgegeven beschrijving van stad en meierij van 's Hertogenbosch vermeld, die in handschrift nog bestond. De bezitster daarvan is in het afgeloopen jaar overleden. Er is mij toezegging gedaan dat het over eenigen tijd, ben ik dan althans nog hier, aan het archief zal overgaan tegelijk met een andere verzameling van aanteekeningen, kopieën, boeken enz betrekkelijk tot deze provincie.

In den staat der aanwinsten komt ook een register voor van den Raad van Brabant. Dit bleek, bij mijn onderzoek na den aankoop op een auctie, afkomstig van de familie (van Petersom)

Ramring. Een mr. S. A. V. van Petersom Ramring was in 18.. te Breda, waar het archief van den raad van Brabant bij dat van het departementaal gerechtshof ter griffie van de rechtbank berustte, president der arrondissements rechtbank. Daar het deel, dat het aangekochte voorafgaan moest, evenzeer ontbreekt in de serie, heb ik nasporing bij de familie gedaan. Helaas echter vruchteloos. Misschien komt ook dit deel echter van zelf nog wel weer voor den dag.

Verliezen had het archief gelukkig niet te lijden. De voor elders bestemde bescheiden, vroeger opgegeven (1), werden voor zoover de buitenlandsche betreft weder vermeerderd, bizonder met Antwerpsche stukken.

VII. Afschrijving van elders bewaarde bescheiden.

Hiervoor bestond in het afgeloopen jaar, behoudens hetgeen onder V is medegedeeld, geen aanleiding of gelegenheid.

VIII. De toegestane gelden.

Deze waren voor de toenemende behoeften van den dienst en het onderhoud der verzamelingen wederom nauw voldoende. De verbetering van den toestand der nieuw-overgenomen griffie-papieren en boeken en de ook daarvoor noodige personeele hulp, vereischten een zeer groot deel van het crediet, terwijl ook ter bekostiging van eenig nieuw meubilair een deel ditmaal moest strekken.

IX. De raadpleging der verzamelingen.

Dit jaar was een toeneming hiervan wederom onmiskenbaar. Niet alleen het persoonlijk bezoek aan het archief vermeerderde, ook de schriftelijk gevraagde inlichtingen klommen in aantal, vooral die ten behoeve van rechten en rechtsgeschillen. De tiendtroebelen in deze provincie hebben daaraan wel eenige schuld. Maar de toenenring geldt evenzeer de bewijzen van rechten op beurzenstichtingen, op een familiegoed, een pensioen, een erfenis, die van onderhoudsplichten, van uit- en overwegen, van cijuzen en erfpachten of renten, van jachten, visscherijen, pootrechten, gebruiksrechten van heiden, weiden, plassen en moerassen enz. In de wintermaanden hebben ook in 1893 officieren van het leger het onderzoek voor onze krijgsgeschiedenis voortgezet,

(1) Archiefverslagen 1891, blz. 115, 116.

waarvoor hun menigvuldige hulp verleend moest worden, vooral voor de opsporing der betrekkelijke akten en stukken. De onderzoekingen voor wetenschappelijk doel bepaalden zich overigens tot enkele naar lokale bijzonderheden, oorkonden of beschrijvingen, naar bibliographische zeldzaamheden, naar sporen der inquisitie, naar een oud kasteel en een oude kerk, enz.

Voor genealogisch onderzoek werd minder nagevraagd, maar werden tal van registers successievelijk naar elders verzonden.

X. Bemoeiingen met gemeente-archieven.

Wederom neem ik de vrijheid naar het verslag mijner werkzaamheden ten dezen aanzien te verwijzen, dat ik ook dit jaar aan Gedeputeerde Staten uitbreng en waarvan ik Uwer Excellentie weder een afdruk toezend.

's Hertogenbosch, Februari 1894.

De Rijks-Archivaris in Noordbrabant,

Mr. A. C. BONDAM.

« PreviousContinue »