Page images
PDF
EPUB

archieven te plaatsen, uit vrees dat dergelijke gevallen zich zouden herhalen.

De heer Gonnet zegt, dat hij het beste achtte om in de inventarissen en verslagen alleen te vermelden, dat zich de gemeentearchieven in het Rijksarchief bevinden, zonder vermelding van eigendom of bruikleen, om geen aanleiding tot terugneming te geven.

De heer Gratama bespreekt de afzonderlijke serie plaatselijke rechterlijke archieven, die op den duur zou kunnen verdwijnen, en wijst er op dat in Drenthe uitsluitend rechtsprekende colleges bestonden Scholtengericht" genaamd, die in drie kerspelen rechtspraken en dus niet met een enkel kerspel in verband stonden.

"

De Voorzitter antwoordt op deze opmerking, dat de door hem bedoelde serie hoofdzakelijk bestemd is voor de plaatselijke rechterlijke archieven, die eigenlijk in de gemeente-archieven te huis behooren. Bestond er een gerecht, dat in geene betrekking stond tot een stad of ambacht, dan zal men het als een orgaan van cene andere gemeenschap moeten beschouwen. Het is ondoenlijk hierover regels vast te stellen. Alles hangt van de locale toestanden af.

Na de aanwezige heeren voor hunne belangstelling te hebben dank gezegd sluit de Voorzitter wegens het vergevorderde uur de vergadering.

TH. II. F. VAN RIEMSDIJK, Voorzitter.

A. J. FLAMENT, Secretaris.

HET RIJKS-ARCHIEF IN NOORDBRABANT.

Ik heb de eer door tusschenkomst van den heer algemeenen Rijksarchivaris Uwer Excellentie in den voorgeschreven vorm mijn jaarverslag over de onder mijn beheer gestelde oude en nieuwe archieven in 1893 te doen toekomen.

I. Gebouw.

De toestand van de depôts en het dienstgebouw geeft bij voortduring aanleiding tot groote tevredenheid. De thans eenigszins ruimer toegestane onderhoudsgelden zullen in staat stellen tot beter en geregelder onderhoud, terwijl ik mij eerstdaags zal kunnen verheugen in het bezit van een reeds lang bitter noodige kaartenkast en de verandering der boekenkasten in het zijgebouw in archiefkasten.

De verwarmingstoestel met heet water voor zij- en achterdepôt, die tijdens het opstellen van mijn vorig jaarverslag defect raakte, is in het najaar hersteld en voldoet nu weder goed.

Van de zetting van het gebouw wordt in den laatsten tijd niets meer gemerkt, zoodat in dit jaar mijn kamer, waarvan het plafond reeds geverfd is, geheel zal kunnen worden afgeverfd, evenals met trappenhuis, vestibule en conciergekamer reeds geschied is.

II. Reddings- en brandbluschmiddelen.

Deze zijn volgens de voorschriften onderzocht en beproefd. De geleiding der bliksemafleiders faalde bij een der onderzoekingen. Door soldeering werd de verbinding hersteld. Gedurende den loopenden onderhoudstermijn zal het misschien mogelijk zijn meer afdoende in dit gebrek te voorzien, waarop ik mijn aandacht gevestigd houd.

Gebreken aan de blusch- en reddingsmiddelen kwamen niet voor. Gelet op de praktijk is de mij voorgestelde reddingskoker voor dit archief cenigszins vereenvoudigd besteld. Hij is echter nog niet gesteld en beproefd kunnen worden.

III Toestand der verzamelingen.

Wederom is geregeld voortgegaan met de verbetering van den toestand der nieuwe archieven. Dit geldt vooral van de in het verslagjaar overgenomen griffie-archieven, waarover straks nader, die in zeer verwaarloosden toestand verkeerden. Intusschen is ook de kartonneering der, oude" provinciale archieven van 17951810 herzien en hersteld, waarbij zoover noodig nieuwe kardoesomslagen gebruikt en deze met opschriften in drukletters voorzien zijn. De orde is nu gemakkelijk te bewaren en de stukken hebben veel minder te lijden. Hiermede zal in het loopende jaar worden voortgegaan, waarna het archief van de prefectuur gelijke bewerking kan ondergaan onder splitsing der veel te zware bundels.

De boeken worden geleidelijk verder ingenaaid met plat linnen ruggen, en witte etiketjes daarop voor den titel. De boekwerken vooral, die met het griffie-archief waren verkregen, hadden veel herstel en nieuw binden noodig.

Vooral voor deze werkzaamheden heb ik, even als in vorige jaren, gedurende zoowat het geheele jaar de hulp van een binder in het archief gehad, die ook als hulpconcierge uitstekende diensten bewees en blijft bewijzen. De concierge-binder, tevens klerk, kan niettemin, bij al zijn ijver en goeden wil, de vereischte klerkendiensten slechts gedeeltelijk vervullen. In dit bekende gebrek heb ik zooveel mogelijk trachten te voorzien door een groot gedeelte van het jaar door een ander tegen schrijfloonen verschillende dezer diensten te doen verrichten. De vaste hulp van een ontwikkeld persoon voor administratief en schrijfwerk en voor de ordening en raadpleging der archieven wordt echter bij de groote uitbreiding der verzameling en van het gebruik daarvan steeds meer noodig.

De berging van een goed deel der kaarten liet in den laatsten tijd veel te wenschen over. De aanmaak der nieuwe kaartenkast, hiervóór bedoeld, zal daarin spoedig verbetering brengen.

IV. De ordening en inventarisatie.

Het grootste deel van mijn tijd werd weder ingenomen door de nieuwe archieven. Het vorig jaar (1) kon ik op het resultaat wijzen dat alle belastingarchieven van 1814 tot 1855 uit de griffie-archieven waren bijeengezocht, afgedeeld en gesorteerd en evenzoo de losse stukken behoorende tot het archief van de

(1) Archiefverslagen 1892, blz 72

t

Gouverneurs van 1814 tot 1850, en die van de vroegere arrondissements- en districtscommissarissen (een soort ondergouverneurs). Evenzoo waren de begrootingen en rekeningen der voormalige steden bijeengesteld enz. Tevens vermeldde ik (1) de overbrenging van het geheele nieuwe archief in het zijdepôt. Daarin paste het juist de Gouverneurs (waarbij de belastingarchieven) op de bovenste (4de en 5de) galerijen, de bibliotheek op de middengalerij, de Gedeputeerden op de onderste galerijen. Zoo was dus reeds toen de toestand, vergeleken bij dien waarin alles inkwam, bevredigend.

Die toestand is er niet beter op geworden. Wel staat alles grootendeels nog aldus geplaatst, maar er is een groote massa stukken ingekomen, die er bij en tusschen moet worden gevoegd, waartoe algemeene verschuiving noodig is. Die toevloed was slechts voor een klein deel te danken aan het onderzoek en de sorteering op de gouvernements-zolders van de bij de overbrenging der archieven van 1814-1850 (resp. 1855) voorloopig als jonger bepaalde en dus achtergelaten pakken en bundels. Daarbij kwamen nog telkens verzamelingen stadsrekeningen enz., dossiers en losse stukken van allerlei aard, van vóór 1850, het licht. Een grootere aanwas was het gevolg van de overneming der op de zoldergangen van het gouvernement ter, opruiming" afgezonderde bescheiden. De grootste toestrooming echter volgde uit mijn ontdekking bij die gelegenheid op een zolder boven de bureaux van den provincialen waterstaat, die in het gouvernementsgebouw gevestigd zijn, van eenige groote stapels belasting-archieven van 1823-1843, dubbelen van bestekken, kaarten enz

[ocr errors]

Bij die als onbruikbaar afgezonderde bescheiden trof ik een zeer groot deel aan van de volgens het Koninklijk besluit van 5 November 1858 bij iedere provinciale griffie gevormde biblio theek der afdeeling Statistiek. De nieuwe boekerij kon daardoor bij lange niet meer in de bockengalerij van het zijdepôt plaats vinden. Om nu de wedergevonden belasting voornamelijk kadaster archieven bij de overige te kunnen plaatsen en tevens het geheele archief van 1814 tot de invoering der provinciale wet in het zijdepôt bijeen te houden, lag het dus voor de hand de nieuwe bibliotheek in haar geheel bij de oude te plaatsen en de boekenkastjes van de daardoor vrijvallende middengalerij in archiefkasten te doen veranderen. Na de eerste uitzoeking en kennisneming van al het tegelijk overgenomene in de benedenverdiepingen moest ik derhalve wel tot de verhuizing der nieuwe boekerij besluiten.

(1) Ibid. blz. 73.

87

Dit uit te voeren viel echter zoo gemakkelijk niet. Er moest eerst ruimte worden gemaakt en daartoe al weder tot groote verplaatsingen worden overgegaan, waarbij een verandering in de volgorde noodig was. Daar deze tevens een verbetering mocht heeten en van de gelegenheid gebruik gemaakt kon worden om de notarieele protokollen, die op de griffie's van de vroegere rechtbanken van eersten aanleg, en later, uit de schepenarchieven waren afgezonderd maar daarvan niettemin deel uitmaken, daarbij weder in te lasschen, heb ik er dadelijk toe laten overgaan. Het was reeds laat in het jaar toen dit werk volbracht en daarop ook de overbrenging der boekerij geschied was. Thans is de verandering der boekenkastjes met kracht onderhanden genomen en zal dus de bijeenplaatsing van het provinciaal archief van 1814-1850(1855) spoedig kunnen geschieden. Onmiddelijk daarna hoop ik Uwe Excellentie te berichten dat aan het voornemen, om de nog jongere griffie-archieven over te brengen, verder uitvoering kan worden gegeven. Ik vertrouw dat de nieuwe overneming dan in dezen zomer zal kunnen geschieden. Gedurende deze werkzaamheden heb ik zooveel mogelijk de nadere sorteering voortgezet van de overgenomen bescheiden. Als uitvloeisel daarvan zijn de talrijke dubbelen van gedrukte bestekken naar den zolder overgebracht en is thans al wat naar soort en griffie-afdeeling bijeenhoort, bijeengeplaatst. Tevens zijn die stukken, die nog bij de vroeger overgenomene behoorden, zorgvuldig uitgeschift en op hun plaats gebracht. Ook zijn de overgenomen kaarten alle uitgezocht en beschreven.

Naast al dit werk van overneming, onderzoek en uitzoeking had ik als gewoonlijk handen vol aan het oogenaamde bureauwerk. Een voorname plaats neemt daarbij de levering in van authentieke kopieën der perkamenten stukken over Heuchten, die ik in den staat van aanwinsten bij mijn vorig jaarverslag (1) heb besproken. Eveneens de drukke correspondentie en onderzoekingen voor tal van inlichtingen, en andere administratieve werkzaamheden. Verder de beschrijving en inventarisatie van de belangrijke aanwinsten door schenking en aankoop, in den staat van aanwinsten achter mijn verslag specifiek opgegeven. Bovendien de inventarisatie van de oorkonden-collectie van het archief en andere verzamelingen, die in het eerste stuk van het gedetailleerd inhoudoverzicht van het archief moeten worden. opgenomen.

Hiervoor heb ik thans de inleiding opgesteld, waartoe ik 1o. de retroacta van de vroegere provinciale archivarissen heb onder

(1) Archiefverslagen 1892, blz. 105 vlg.

« PreviousContinue »