Page images
PDF
EPUB

gemeenschappen in verband kunnen worden gebracht, is het wenschelijk daaruit eene afzonderlijke serie te vormen.

De voorafgaande beschouwingen kunnen in de volgende stellingen worden samengevat:

Archieven in het algemeen.

I. Een archief is in het algemeen het geheel van de onder eene autoriteit berustende stukken, welke door haar opgemaakt en ontvangen zijn.

II. De archieven van de autoriteiten, die dezelfde gemeenschap vertegenwoordigen, behooren bij elkander en vormen te zamen de archieven van die gemeenschap.

De Archiefdepôts in de provinciën.

III. Het archiefdepôt eener provincie bestaat hoofdzakelijk uit de archieven van de zich over het gebied der tegenwoordige provincie of een gedeelte daarvan uitstrekkende gemeenschappen.

IV. Die depôts moeten naar de gemeenschappen worden ingedeeld. Onder iedere gemeenschap behooren de archieven van alle autoriteiten, die haar vertegenwoordigen, dus ook de rechterlijke, te worden gerangschikt.

V. In de depôts van die provinciën, welke tijdens de Republiek der Vereenigde Nederlanden ook afzonderlijke gewesten vormden, zijn de archieven van twee gemeenschappen te onderscheiden: 1. die van de provincie tot 1798 en 2. die van het departement of de provincie sedert 1798.

Het is echter wenschelijk die archieven tot 1813 bijeen te voegen.

VI. De overige gemeenschappen, wier archieven aanwezig zijn, moeten naar haren aard tot verschillende soorten worden gebracht en naar die soorten in seriën ingedeeld.

VII. De archieven der plaatselijke autoriteiten, die met de civiele en crimineele rechtspraak waren belast, behooren eene afzonderlijke serie uit te maken.

Bij het aan de orde brengen van deze stellingen merkt Spreker aan, dat de twee eerste van zuiver theoretischen aard zijn, terwijl de vijf overige een practisch doel hebben en het eigenlijk plan van indeeling aangeven. Dit laatste is echter in zoo groote trekken aangegeven, dat het eene groote vrijheid laat voor de

schikking van hetgeen daarin wordt opgenomen. Raadzaam is het zich bij de besprekingen vooral tot de oude provinciën te beperken en alle details te vermijden, die, hoe belangrijk ook, niet het wezen der zaak betreffen.

Tot de behandeling van de eerste stelling overgaande merkt de Spreker op, dat hij geen definitie wilde geven van het woord archieven, maar meer een denkbeeld wilde aangeven, in verband met het overige te beschouwen.

De heer Gratama vraagt, of het in de bedoeling ligt de stellingen achtereenvolgens in stemming te brengen en of het mogelijk zal zijn die bij amendement te wijzigen.

De Voorzitter antwoordt, dat het hier slechts eene algemeene bespreking geldt, opdat zal kunnen blijken, of er omtrent het Voorgestelde de noodige overeenstemming bestaat. Bij meerderheid van stemmen te beslissen acht hij niet wenschelijk. Worden er echter wijzigingen voorgesteld, waarmede hij zich kan vereenigen, dan is hij bereid die over te nemen.

[ocr errors]

De heer Ermerins zegt dat het den Voorzitter wel bekend zal zijn, dat de vraag, wat men te verstaan heeft onder een archief, is besproken in de laatste vergadering der vereeniging van archivarissen en dat daar, als antwoord op die vraag, is vastgesteld de volgende formule: Een archief is het geheel der geschrevene, geteekende en gedrukte bescheiden, ingezonden bij- en itgegaan van het bestuur eener gemeenschap of een harer beambten ex-officio, voor zoover deze bescheiden bestemd zijn m onder haar te blijven berusten" (Nederlandsch Archievenblad 893 n°. 1 p. 21).

Nu de Voorzitter als antwoord op dezelfde vraag eene andere ormule hier aan de orde stelt, wordt uit den aard der zaak door en, die aan de vaststelling der eerste formule hebben medeewerkt (waartoe ook hij Spreker behoort) eene vergelijking van eide formules gemaakt, en rijst bij hen de vraag: waartoe die ndere redactie, wat ontbreekt er aan de vroeger vastgestelde ormule? Gaarne zou hij daaromtrent van den Voorzitter eenig cht ontvangen.

Ofschoon hij voorloopig in geene bijzonderheden zal treden enscht hij toch te vragen of het woord autoriteit niet uitsluit zich zelve staande ambtenaren, zooals bijv. een procureurneraal. Heeft deze ambtenaar dan geen archief? Of maakt zijn chief een deel uit van dat van het gerechtshof.

De heer Muller zegt, dat de stellingen in de algemeene ver

"

gadering der archivarissen gemaakt den Voorzitter bekend zijn en dat daarover vooraf ondershands met hem overleg gepleegd is. Hij had liever ter wille van de uniformiteit de formule zien behandelen, door de algemeene vergadering van archivarissen gesteld. In bijzonderheden tredende vraagt hij, wat de volgende woorden in de eerste stelling des Voorzitters beteekenen: 1°, In het algemeen", 2, stukken", waarvoor hij liever het woord bescheiden had ontmoet, gelijk in de stelling van de algemeene vergadering van archivarissen, 3 waarom de beperking, geteekende en gedrukte voor stukken is weggelaten, 4 waarom verder het woord, autoriteit" was gebruikt; de stelling der algemeene archivarissen-vergadering hield in bestuur eener gemeenschap of een harer beambten." Ten slotte vraagt hij waarom de uitdrukking ex officio" ontbreekt. Buiten deze aanmerkingen heeft hij nog een eigenlijk bezwaar tegen de stelling aan te voeren namelijk dat daarin niet was uitgedrukt, dat alle bescheiden, die bestemd waren om onder de gemeenschap te blijven berusten, als tot het archief behoorende beschouwd moeten worden Hij vraagt of het de bedoeling is te handelen als in Engeland, alwaar eenmaal afgedwaalde en later terugbekomen stukken niet meer in het archief worden opgenomen. Zoo groote waarde wordt daar aan die bestemming gehecht, dat men bescheiden, die bijna ontwijfelbaar uit een archief afkomstig zijn, niet meer durft in te lijven.

[ocr errors]

De heer Bondam, hoewel het nut van definities erkennende, meent daaraan niet te veel waarde te moeten hechten. Bijna ieder auteur van een wetenschappelijk werk pleegt van zijn onderwerp cene eigen definitie te geven, zoodat het moet vrijstaan uit die verschillende meeningen datgene over te nemen waarmede men zich kan vereenigen.

De heer Muller antwoordt, dat hij niemand de bevoegdheid heeft willen ontnemen tegen die definitie op te komen.

De heer Bondam verklaart nader als zijn bedoeling, dat ook na ecu unanieme aanneming van definities de definieering zelve toch een open vraag blijft. Z. i. moet men over definities niet stemmen. Bij mr. Muller's stellingen had de daar voorafgaande definitie gerust achterwege kunnen blijven; de eigenlijke stellingen waren daarvan onafhankelijk.

De Voorzitter, den heer Muller beantwoordende, zegt, at deze zijne verwondering heeft te kennen gegeven, dat Sprekers eerste stelling niet identisch is met die der archivarissen

vereeniging. Hij herhaalt echter, dat hij geene bepaalde definitie heeft willen geven. Wat men onder een archief kan verstaan, heeft hij zoo beknopt mogelijk in de eerste stelling aangegeven. Deze aanduiding staat echter niet op zich zelve en moet in verband met de tweede stelling worden beschouwd. De mogelijkheid van eene eigenlijke definitie ziet Spreker niet in. Dit had Spreker reeds aan den heer Muller medegedeeld, toen deze voor de vergadering van de archivarissen-vereeniging met hem in overleg was getreden. In de definitie der archivarissen-vereeniging staat niets, dat onjuist is. Volledig is zij echter niet. Zoo gaat b. v. de bewering niet altijd op, dat een archief het geheel van de bescheiden van één bestuur of van één ambtenaar is. Meermalen komt het voor, dat meerdere autoriteiten slechts één archief hebben, zooals de Staten en Gedeputeerde Staten van dezelfde provincie. Eene korte aanduiding van hetgeen men in het algemeen onder een archief verstaat, was, waar men zich met de indeeling van zulke collecties bezig houdt, echter wenschelijk en noodig. De uitdrukking: in het algemeen", in de eerste stelling gebezigd, vindt hierin hare verklaring. In het algemeen d. i. in de meeste gevallen is een archief het geheel van de onder eene autoriteit berustende stukken, die door haar opgemaakt en ontvangen zijn.

Wat stukken" betreft, erkent Spreker, dat hij zich juister zou hebben uitgedrukt, indien hij van bescheiden had melding gemaakt, daar men bij stukken vooral aan losse stukken denkt en bescheiden een ruimer begrip is. Hij is dan ook bereid die redactie over te nemen.

Dat hij niet de geschrevene, geteekende en gedrukte stukken onderscheidt, verklaart zich hieruit, dat hij geene definitie heeft willen geven.

Den term autoriteiten" heeft hij gebezigd om te doen uitkomen, dat niet ieder ambtenaar een archief heeft. Men dient na te gaan, aan wien de ambtelijke bevoegdheid toekomt. De stukken, die bij het uitoefenen van zulk eene bevoegdheid opgemaakt en ontvangen worden, vormen het archief van hem, welke met die bevoegdheid is bekleed, zoodat hiertoe ook te rekenen zijn de bescheiden van die ambtenaren, welke hem in het uitoefenen van die bevoegdheid ter zijde staan en een deel van zijne werkzaamheden verrichten. Daar in onze taal hiervoor geene uitdrukking bestaat, heeft hij het woord autoriteit gekozen.

Spreker erkent gaarne, dat de stukken ex officio moeten zijn opgemaakt en ontvangen en bestemd moeten zijn om onder de autoriteit te blijven berusten, maar hij achtte het onnoodig in die bijzonderheden te treden, daar hij geene definitie wenschte

[blocks in formation]

te geven. Evenwel is hij bereid die vereischten in de stelling op te nemen.

De heer Ermerins verklaart, dat hij het geheel eens is met den Voorzitter, dat men niet kan aannemen, dat elke ambtenaar een archief vormt. Hij heeft alleen door zijne vraag voorbeeldsgewijze willen zeggen: Wat bedoelt u met autoriteit"? Gaarne zou hij nog van den Voorzitter vernemen, hoe hij over het archief van een procureur-generaal denkt.

De Voorzitter antwoordt, dat het niet mogelijk is voor alle ambtenaren vaste regels te stellen. Men moet niet alleen vragen naar de bevoegdheid, die zulk een ambtenaar toekomt, maar ook letten op het archief zelf. Een procureur-generaal heeft b. v. een zeer zelfstandige bevoegdheid maar zijne werkzaamheden vormen een geheel met die van het Hof, waartoe hij behoort. Sommige ambtenaren hebben geene zelfstandigen werkkring maar doen wat hun door een ander wordt opgedragen Als voorbeeld haalt Spreker de woorden van den Minister Thorbecke aan, die aan een referendaris, die sprak van een stuk dat in zijn archief berustte, toevoegde: Uw archief? U bedoelt het archief van het Ministerie".

[ocr errors]

De heer van Hasselt zegt, dat hij, geheel in tegenstelling met de bezwaren geopperd tegen het bezigen van het woord autoriteit, zich juist daarmede volkomen kan vereenigen, ja, het met bizondere ingenomenheid begroet heeft, wijl het juridisch karakter daardoor beter uitkomt. Volgens de aloude definitiën, te vinden bij Ducange in voc. archivum" en archivare", kunnen slechts publieke acten bestanddeelen van archieven zijn, al is het ook dat men het woord archief in lateren tijd heeft gebezigd voor allerlei verzamelingen van niet publiekrechtelijken aard. Zoo spreken heden ten dage wel industrieelen en handelaren van hun archief. Houdt men aan de oude opvatting vast, dan vervalt ook de moeielijkheid ten aanzien van de privaatarchieven, gelijk wordt opgemerkt door H. Grisar S. J., waar hij in het Kirchenlexicon van Wetzer und Welte, in voce Archiv des heiligen Stuhles" o. a. zegt: „Archiv heiszt der Ort, an welchem öffentliche Urkunden aufbewahrt werden, Ungeeignet ist daher der Unterschied zwischen öffentlichen und Privatarchiven, da unter letzterem Namen wohl eine Sammlung von Documenten, aber nicht ein Archiv im juristischen Sinne mit öffentlicher Glaubwürdigkeit, verstanden werden kann".

"

De heer Muller, den heer van Hasselt beantwoordende, zegt,

« PreviousContinue »