Page images
PDF
EPUB

Ziehier in grove trekken den toestand vóór de komst der Franschen in 1794. Zier wij nu in het kort wat onder Staatsrechterlijk oogpunt omtrent deze archieven of eenige hunner is aan te merken. Vóór 1794 is bijna alleen spraak van de regeling door tractaten tusschen verschillende mogendheden over het bezit en den eigendom der archieven tot stand gebracht; over eenige wettelijke bepalingen buiten en behalve die tractaten is mij vóór 1794 weinig bekend.

[ocr errors]

De eerste overeenkomst betreffende de archieven in ons gewest geschiedde, voor zoover mij bekend is, 22 Aug. 1632, bij de inname van Maastricht door Frederik Hendrik. Bij het tractaat van overgave toch, werd in art. 6 bepaald: Dat die Heeren Staten der Vereenichde Nederlanden, anders niet binnen de voorsz. Stadt ende district der selver en sullen aenveerden als 't gene dat men aen den Koningh van Spangiën, als Hertoch van Brabandt daer inne toegestaen heeft volgens de charters daeraf zijnde, die geexhibeert ende voorts in de stadt bewaert sullen worden naer ouder ghewoonte, ende sal mede eene lijste der lest gedane ende gesloten Reeckeningen werden overgelevert: Ende dat aen den Bisschop ende Prince van Luyck sal blijven die gemeyne indivise jurisdictie, ende alle syn Domeynen sooals voor desen, ende tot noch toe" (Groot Plakaatboek II, k. 622).

Eene tweede overeenkomst, archieven in ons gewest betreffende, werd gemaakt toen dezelfde Frederik Hendrik Roermond had ingenomen, den 5 Juni 1632. In art. 15 van het tractaat van overgave werd dienaangaande bepaald: „Dat die van de tegenwoordige Cancellerye ende Reeckenkamer voorscr., alle charters, munimenten, registers, boecken ende bescheyden deselve Cancellerije ofte Reeckenkamer ter saecke van publycke Domeynen ende gerechtigheden, ofte oock wegen eenige Processen van particuliere raeckende, ende onder haer berustende, sullen hebben te leveren in handen van soodanige Persoonen, als daertoe van wegen de Ho. Mo. Heeren Staten Generael sullen worden ghecommitteert, ende daer neffens copie authentycq van de Reeckeninge over het laetste jaer gevallen" (Groot Plakaatboek II, kol. 652).

Zoo aanstonds zullen wij de lotgevallen der archieven van het Overkwartier een weinig nader leeren kennen.

De derde overeenkomst aangaande de archieven, die het grondgebied van ons tegenwoordig Hertogdom Limburg betreffen, voor zoover mij bekend is, geschiedde in art. VI van het partagetractaat van 26 December 1661, tusschen de Staten-Generaal en Spanje gesloten betreffende de verdeeling van het land van Overmaas (Valkenburg, Daelhem en 's Hertogenrade) ingevolge het vredetractaat van Munster en aangaande de archieven dier landen.

Dit artikel luidt aldus: „Alle papieren, chartren, documenten, registers, prothocollen en processen, die by wegen van feiten, of militaire executiën vervoert, of andersints vervreemt zijn van de magistraten, rechteren en plaetsen, daertoe deselve van oudts behoort en gespecteert hebben, sullen wederzijdts ter goeder trouwen, ter aenmaninge en instantie van de geinteresseerden werden gerestitueert daer het behoort: met dien verstande, dat soodanige originele papieren, charters, registers, prothocollen en andere documenten sullen moeten werden gerestitueert aen de kasteelen, steden, bancken, dorpen en gerechten, daertoe die respectivelyck specteren. Ende dat aen de andere zijde, ten reguarde van eenige gesepareerde onderbancken, dorpen, gehuchten, gerechten en authenticque of gevidimeerde copiën ter vermaninge van de selve, en tot haren kosten sullen werden uitgegeven". (Gr. Plakaatboek dl. II, kol. 2781).

Volgens wijlen mijn ambtsvoorganger is een gedeelte der hier bedoelde archieven, voor zoover Valkenburg betreft, door den rijksvrijheer Van Spaen, den laatsten Brabandschen hoogschout van Maastricht meegenomen en na den dood van dien bekenden geschiedkundige terecht gekomen in het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage.

Een vierde overeenkomst, betreffende Limburgsche archieven geschiedde ruim vijftig jaren later in het derde barrière-tractaat, te Antwerpen gesloten tusschen den keizer van Duitschland als hertog van Oostenrijk, de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden en Engeland en betrof de archieven van het GelderschOverkwartier.

Eerst willen wij nog eenige woorden over den aard dier archieven en hunne lotgevallen vermelden (meer bizonderheden in 't volgend jaarverslag).

Reeds vóór dat de Souvereine Raad en de Rekenkamer te Roermond werden ingesteld, zetelden aldaar de Staten van het tweede kwartier van Gelre, die hun griffier hadden. In de overige kwartieren als Arnhem en Nijmegen nam de secretaris der stad, dezelfde functie waar bij de Staten; of dat oorspronkelijk te Roermond zóó is geweest, weet ik niet, maar zeker is het dat in de 18de eeuw de betrekkingen van stadssecretaris en van griffier der Staten, door twee verschillende personen werden bediend. De recessen van de Staten van het 2de kwartier of het Overkwartier, nu nog te Roermond bewaard, gaan echter niet hooger op dan 1590. In 1580, den 5 Februari, werd, bij Koninklijke ordonnantie, de Raad van Gelderland en Zutphen naar Roermond overgebracht in het belang van het Overkwartier dat den Koning was getrouw gebleven. Deze ordonnantie werd 16 Maart 1580 door den hertog van Parma aan den Magistraat

van Roermond beteekend. Nu ontstond er, behalve het archief der Staten, een archief van den Souvereinen Raad, die en rechterlijke en burgerlijk-administratieve jurisdictie had en daarenboven nog als leenhof van Gelderland en Zutphen zitting hield. Ook de rekenkamer had haar archief (1 pag. dezer bijlage).

Al deze archieven bleven tot 1632 te Roermond, maar toen in 1632 den 5 Juni Frederik Hendrik Roermond innam, werden de archieven van den Souvereinen raad en van de Rekenkamer naar Arnhem gevoerd, van waar zij, nadat, 3 September 1637 de stad wederom in handen des Konings viel, grootendeels (in 1687) naar Roermond werden teruggevoerd, na eerst eenige jaren op het kasteel Hillenraedt en daarna in het Jesuiten-collegie te Roermond te hebben verbleven. Die archieven werden toen weder in de cancellarie en de rekenkamer, hun oude bewaarplaatsen geborgen.

De archieven der Staten werden op het stadhuis bewaard in een archiefkamer. Waarom op het stadhuis? omdat men uit oeconomie, door het stadhuis van Roermond tot zetel van de Staten te gebruiken, geen ander gebouw noodig had.

In artikel XVIII van het Barrière-tractaat van 15 November 1715, werd omtrent de Geldersche archieven aldus bepaald: „Tous les documens et papiers, qui concernent le Haut Quartier de Gueldre, resteront comme ci-devant dans les Archives (1) à Ruremonde, mais on est convenu, qu'il en sera formé un Inventaire ou Registre à l'intervention des Commissaires de Sa Majesté Prussienne, et des Seigneurs Etats Généraux, et Copie authentique sera Donnée dudit inventaire à chacune des trois Puissances, pour avoir toujours libre accès à tous les Papiers et Documents, dont Elles pourroient avoir besoin pour la partie qu'Elles possèdent dans le dit Haut Quartier de Gueldre, et dont copie authentique leur sera délivrée à la première requisition" (2).

Naar aanleiding van dit artikel werd door den Koning van Pruissen, wiens gevolmachtigde men niet tot het tractaat had toegelaten, bij de Staten-Generaal geprotesteerd, door zijn gevolmachtigde te 's Gravenhage. Eene conferentie met de Gedepu

(1) Archives is hier: archiefbewaarplaatsen, dit blijkt duidelijk uit de recesboeken der Staten van 't Overkwartier, waar „archive" voor: archiefbewaarplaats wordt gebruikt. Te recht heeft dan ook de Nederl. uitgave der gedenkschriften van de Neny Amst., Spanoghen z. j. in 8o., p. 431 in het 3de deel, „bewaerkamers". Thans wordt, volgens Littré, dit woord alleen in het meervoud gebruikt en beteekent dan documenten of de bewaarplaats daarvan.

(2) De Lamberty. Mémoires pour servir à l'histoire du XVIII siècle .... t. IX. Amsterdam, Pierre Mortier 1735, 4o. p. 31.

teerden had 23 December 1715 plaats. Onder de VII punten daar behandeld, luidt het 7de (1): "On dispose des Archives de tout le Haut Quartier de Gueldre, quoique cette disposition apartienne plûtôt à Sa Majesté le Roi de Prusse; et en cas qu'il seroit nécessaire que ces papiers restassent ensemble, les Archives devroient plûtôt être remis à Sa Majesté qu'à l'Empereur et à l'Etat (sic) parce que Sa Majesté possède le plus grand District du Haut Quartier, selon la raison, qui a lieu dans le Droit civil".

Hierop antwoordden de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden: Sur le 7 et dernier point touchant les pièces et documens, que Sa Majesté de Prusse soutient qu'ils doivent lui être remis; que Leurs Hautes Puissances ne font là-dessus aucune partie; qu'elles sont contentes pour elles-mêmes, qu'il soit fait un inventaire des Archives, et qu'elles seront satisfaites avec les copies authentiques des documens, qui regardent la partie du Haut Quartier de Gueldre, qui leur est cédée.

D'ailleurs qu'il leur sera agréable, comment cela sera réglé entre Sa Majesté Impériale et Sa Majesté de Prusse" (2).

In een document getiteld: Mémoire touchant le préjudice que le Roi de Prusse prétend lui avoir été fait par l'article 18 du Traité de Barrière conclu à Anvers le 15 Novembre 1715 par rapport à ses intérêts et prérogatives au Haut-quartier de Gueldre, du 9 janvier (1716)" (3), vindt men het antwoord van Pruissen op dat van de Staten-Generaal, waaruit duidelijk blijkt, dat de Koning van Pruissen zeer goed inzag dat hij niet was gekend in het Barrière-tractaat en dat hij niet van plan was meê te werken tot de uitvoering:

Comme le Roi de Prusse avoit prévû, qu'on traiteroit au Congrès à Anvers de la cession d'une Partie du Haut Quartier de Gueldres à faire par Sa Majesté Impériale et Catholique à Leurs Hautes Puissances les Etats Généraux des Provinces-Unies, Il a fait faire des Instances par le Sr. van Soust dès l'ouverture dudit Congrès afin qu'on y admît un Ministre de sa part pour y veiller à la Conservation des droits attachéz à la Partie du Haut Quartier de Gueldres, cédée à Sa Majesté le Roi de Prusse par le Traité fait à Utrecht le 2 Avril 1713, entre Sa Majesté Impériale et Catholique et le dit Prince, confirmé par ceux de Rastadt et de Baden, de même que par deux autres Traitez arrêtez

(1) Ibidem, p. 51.

(2) De Lamberty, Mémoires etc. t. IX, p. 53. (3) Idem, ibidem, p. 53.

à Utrecht le 11 Avril 1713, l'un entre la France et le Roi de Prusse, et l'autre entre la France et les Etats Généraux des Provinces Unies.

Mais tous les mouvemens, que le Sr. van Soust se seroit donnez à cet effet ont été inutiles, puisque les Ministres de Sa Majesté Impériale et Catholique, de la Grande-Bretagne, et des ProvincesUnies ont continué les Conférences, et conclu le Traité, sans qu'on y ait voulu admettre le Sr. van Soust, lequel auroit été muni d'un plein-pouvoir de la Part du Roi de Prusse pour y intervenir. Et ce traité aiant été signé le 15 Novembre 1715, et étant ensuite devenu public, le Roi de Prusse s'est plaint hautement des Points. reglez par le 18 Art du même Traité comme étant préjudiciables aux Droits qu'il prétend lui avoir été acquis par les Traitez, dont on a parlé ci-dessus, pour raison de quoi il a trouvé à propos de protester contre le dispositif du dit article en tant qu'il pourroit regarder ses intérêts, et en a fait insinuer des actes tant à Leurs Hautes Puissances à la Haie, qu'aux Ministres du congrès d'Anvers en y détaillant les griefs.

[ocr errors]

ler Grief. En premier lieu le Roi de Prusse avance etc.

8e Grief. En huitième et dernier lieu le Roi de Prusse, se trouve choqué et lezé par la dernière Période de l'Article 18 du Traité de Barrière, portant, que tous les documens et papiers, qui concernent le Haut Quartier de Gueldres, resteront comme ci-devant ès Archives de Ruremonde; mais on est convenu, qu'il en sera formé un Inventaire ou Registre à l'Intervention des Commissaires de Sa Majesté Impériale et Catholique, de Sa Majesté Prussienne et des Seigneurs Etats-Généraux et copie authentique sera donnée dudit inventaire à chacune des trois Puissances pour avoir toujours libre accès à tous les Papiers et Documens, dont Elles pourroient avoir besoin pour la partie qu' Elles possèdent dans ledit Haut Quartier de Gueldres, et dont Copie authentique leur sera délivrée à la première requisition.

Comme Sa Majesté Prussienne n'a en aucune part à cette convention, et qu' Elle ne l'a jamais approuvée; ses Ministres soûtiennent, qu'Elle ne sera pas obligatoire à son égard, et prétendent absolument, qu'on délivre au Roi leur Maître tous les papiers, Titres et Documens, qui regardent les Villes et autres places du Haut Quartier de Gueldres, qui lui ont été cédées en pleine propriété et souveraineté respectives, dont il 'sagit.

„Voilà à quoi se réduisent les Chefs des Griefs du Roi de Prusse contre le Traité de Barrière du 15 Novembre 1715."

Dus: de Koning van Pruissen wilde de hem betreffende archieven in eigendom hebben en verlangde geen inventaris of vrijen toegang tot het Roermondsch archief.

Op dit punt bleven onze Staten-Generaal wederom het ant

« PreviousContinue »