III. Burggraaf Hendrik II (1331–1341) 116-117. 269. V. Haze van Montfoort, vrouw van 118. 269. 119. 269. VI. Burggraaf Zweder II (1341-1376) . 120-122. 270. X. Burggraaf Hendrik III (1370-1402) 126–133. 271. XI. Willem van Montfoort, heer van Zwieten (1420-1429). 134. 272. XII. Burggraaf Zweder III (1402–1406). 135–137. 272. XIII. Burggraaf Johan II (1402–1447) . 138–165. 273. XIV. Lodewijk van Montfoort, heer van Hazerswoude (1402–1442) . XV. Willem van Montfoort, heer van Latum (1402-1442) 166. 277. 167. 277. XVI. Burggraaf Hendrik IV (1448-1459) 168–181. 278. XVII. Margriete van Croy, echtgenoote van burggraaf Hendrik IV (1446-1458) 182-183. 280. XVIII. Zweder van Montfoort, heer van XIX. Willem van Montfoort, proost van 184. 281. Oudmunster (1456-1509) . . 185-186. 281. XX. Burggraaf Johan III (1459-1521). 187-214. 281. XXI. Willeme van Naaldwijk, echtgenoote van burggraaf Johan III (14771504). XXII. Charlotte van Brederode, echtgenoote van burggraaf Johan III (1509---1529). 215-216. 286. 217-223. 286. XXVIII. Burggraaf Johan IV (1539–1583) 240–252. 291. B. Stukken betreffende zakelijke rechten, be hoorende aan leden der familie van Montfoort 253-403. 294. I. Goederen in de heerlijkheid Montfoort c. a. 253-328. 294. q. Andere goederen in het aan Mont foort grenzende deel van Holland. 326-328. 305. A. Stukken uit het archief der Staten van Utrecht, als bezitters van het burggraafschap van Montfoort . . 404-422. 318. B. Archief van den rentmeester der Memoriegoederen van Montfoort. 423-437. 320. HET RIJKS-ARCHIEF IN FRIESLAND. Ter voldoening aan het voorschrift van artikel 17 mijner instructie heb ik de eer aan Uwe Excellentie, door tusschenkomst van den heer Algemeenen Rijksarchivaris, het verslag van het oud-archief in Friesland over het jaar 1893 te doen toekomen. I. Toestand der bewaarplaats van het archief. In den toestand van het gebouw kwam geene verbetering. Een groot gedeelte verkeert in gebrekkigen staat, weshalve de ontruiming van het gebouw, die waarschijnlijk binnen korten tijd zal plaats hebben, thans zeer wenschelijk wordt. In de benedenlokalen werden de bakken met ongebluschte kalk, telkens wanneer deze had uitgewerkt, opnieuw gevuld, en werd steeds bij droog weder gezorgd voor ventilatie, waartoe vóóral in dezen langdurigen zomer veel gelegenheid bestond. Er was dan ook bijna geen schimmel op de banden en portefeuilles te bespeuren, hetgeen in vorige jaren in deze lokalen dikwijls het geval was. Het dak en de goten werden nagezien, om zooveel mogelijk lekkages te voorkomen, die zich slechts enkele malen voordeden, zonder echter aan archiefstukken schade toe te brengen. II. Toestand der reddings- en brandbluschmiddelen. Door eenen deskundige werden de beide extincteurs tweemalen onderzocht. Aan den eene geschiedde eene kleine reparatie, en beiden werden geledigd en opnieuw geladen. De twee in gebruik zijnde rookleidingen werden eenige malen geveegd. Op de brandzakken en de flesschen met brandbluschmiddel, die in de verschillende lokalen van het archief-depôt en op den zolder van het gerechtshof geplaatst zijn, werd toezicht gehouden, dat zij steeds in bruikbaren toestand op de voor hen bestemde plaats waren. III. Het personeel. De amanuensis was een groot gedeelte van het jaar behulpzaam bij het ordenen en inventariseeren van de stukken, behoorende tot archieven der gemeenten Franekeradeel en Hemelumer Oldephaert en Noordwolde. Overigens besteedde hij den tijd, die hem buiten zijne administratieve werkzaamheden nog restte, aan de bewerking van het alphabetisch register op de commissie- en instructieboeken. IV. Toestand der archiefverzamelingen. Hoewel eenige collectiën slechts voorloopig zijn bijeengevoegd, zijn thans alle losse stukken in het archief-depôt in portefeuilles geborgen, waardoor zij tegen verdere beschadiging beveiligd zijn. Thans werd begonnen met alle banden en portefeuilles van een etiket met nummer te voorzien. Enkele deelen werden op nieuw gebonden. Het stempelen van de archieven der drosten en onder-prefecten kwam gereed. √. Werkzaamheden en voortgang der ordening en der De ordening en inventariseering van de in mijn vorig jaarverslag vermelde collectiën losse stukken, meerendeels uit de laatste jaren der vorige eeuw dagteekenende, kwam in hoofdzaak gereed. Hoewel eenige verzamelingen nog nader geordend zullen moeten worden, zijn zij nu toch in zulk eenen staat van orde, dat zij desgevraagd met behulp van den inventaris gevonden kunnen worden. Deze collectiën zullen voorts nog aangevuld worden uit eene verzameling stukken, die ik uit allerlei bundels schiftte en voorloopig in chronologische orde rangschikte. Met de ordening van de oudere stukken sedert 1600 werd voortgegaan. Zooveel mogelijk worden deze stukken in verband gebracht met de resolutie- en notulen-boeken. Zoo worden o. a. de volgende collectiën gemaakt: Bijlagen van de Staats-resolutiën, bijlagen van de notulen van de Staten in het Mindergetal, bijlagen van de resolutiën van Gedeputeerde Staten, minuten van verzonden missives van Gedeputeerde Staten enz. De stukken worden naar den datum, waarin zij in genoemde boeken voorkomen, gerangschikt. De stukken, die niet in die boeken vermeld worden en niet behooren tot lijstwerk |