Page images
PDF
EPUB

den heer John W. T. de Forest te New-Haven, Connecticut, over de koloniesatieplannen van Jesse de Forest in. NieuwNederland in 1622.

Talrijk waren de mededeelingen die nu weder omtrent den dienststaat van officieren, uit de Oost-Indische scheepsboeken en in het belang van genealogische nasporingen werden gedaan. De heeren W. van Bemmelen te Utrecht, mr. J. E. Heeres alhier en J. J. Reese te Amsterdam zetten hunne onderzoekingen in het Rijksarchief voort. Van grooten omvang waren de nasporingen, door den heer F. C. Danvers, Registrar and Superintendent of the India-office records te Londen, in de koloniale archieven gedaan, tot verzameling van hetgeen deze belangrijks bevatten voor de geschiedenis der Europeanen in Azië. Bijgestaan door zijn particulieren secretaris, den heer Rosegaarde Bisschop, werden alle documenten, die hiervoor in aanmerking komen, door hem doorloopen en de voornaamste aangewezen, waarvan vervolgens afschriften werden gemaakt. Die arbeid is nu tot ongeveer 1670 gevorderd.

Voor wetenschappelijke doeleinden werden onze verzamelingen verder voornamelijk geraadpleegd door:

den heer James de Fremery te 's Gravenzande, over de heeren van Naaldwijk;

den burgemeester van Vlissingen over oude plattegronden van Vlissingen;

mr. S. Gratama te Assen, over het zegel van Drenthe ;

dr. Kunze te Giessen over Hanseatica gedurende 1400-1450; dr. P. J Blok te Groningen, over de reductie van Groningen in 1594,

den heer B. Cordt te Dorpat, over de betrekkingen tusschen de Republiek en Rusland;

dr. J. Mendels te 's Gravenhage, over de diplomatieke betrekkingen tusschen Nederland en Brandenburg;

dr. Hermann Hüffer te Bonn, over die tusschen de Bataafsche Republiek en Pruissen;

dr. Ernst Baasch te Hamburg, over onze handelsbetrekkingen met Hamburg;

dr. H. C. Rogge te Amsterdam, over François van Aerssen; dr. F. J. L. Krämer te Utrecht, over Pieter de Groot:

de luitenants D. M. E de Ridder en L. G. A. H. Feber, over de aanwezige bronnen tot opheldering van de Nederlandsche krijgsgeschiedenis;

mr. A. J. Enschedé te Haarlem, over Fransche officieren in Nederlandschen dienst:

dr R. Fruin te Leiden, over het crimineel proces in 1614 tegen Jan Nachtegaal voor het Hof van Holland gevoerd;

dr. van Schevichaven te Amsterdam, over den wiskundige Willem Kersseboom;

dr. R. Krul te 's Gravenhage, over levensbijzonderheden van den chirurgijn Hendrik van Deventer;

dr. C. Hofstede de Groot te 's Gravenhage, over de door Theodorus Kruislander te Sommelsdijk in 1782 nagelaten schilderijen, waaronder Hobbema's Laantje van Middelharnis;

dr. Ludwig Riess te Tokyo, over de betrekkingen tusschen de Oost-Indische Compagnie en Japan, vooral in de eerste helft der 17de eeuw;

dr. Richard Ehrenberg te Altona, over den handel in de actiën van de Oost-Indische Compagnie;

den heer R. P. van den Bosch te 's Gravenhage, over de Nederlandsche gouverneurs van Ceilon;

den heer J. R. Callenbach, theol. doctorandus, over den predikant Justus Heurnius;

den heer J. A. C. A Timmerman te Amsterdam, over de reis van Anthony van Diemen, van Texel naar Batavia, December 1632-Juli 1633;

den luitenant C. Tuckermann, over den Java-oorlog;

mr. T. H. der Kinderen te 's Gravenhage, over een oproer op drie schepen der Oost-Indische Compagnie in 1783;

den heer H. van Breen, districts-commissaris van de BenedenCommewijne, over vroegere kolonisatiën in Suriname.

VII. In druk uitgegeven bescheiden.

Van wege het Rijksarchief werden er geene stukken in het licht gegeven.

VIII. Lokalen, meubilair en gereedschappen.

Omtrent de tegenwoordige lokalen is weinig nieuws mede te deelen, hetgeen ook geldt voor het meubilair. Buiten de gewone herstellingen aan de gebouwen, de vertimmering van een kast in een der uitbouwsels, het vervaardigen van een tochtdeur in het onderhu's en het aanschaffen en vernieuwen van eenige meubels is er op dit gebied niets voorgevallen. Ik mag hier echter niet onvermeld laten het belangrijke besluit, voor het einde des jaars door de Regeering in overeenstemming met de Volksvertegenwoordiging genomen, om een nieuw archiefgebouw op het terrein achter het bestaande Rijksarchief te doen verrijzen.

IX. Reddings- en brandbluschmiddelen.

Om de waterleiding te kunnen afsluiten zijn er vier kranen, twee op iedere bovenverdieping gemaakt.

Zeven bestaande brandkranen zijn door nieuwe vervangen. Twaalf slangen zijn van nieuwe straalpijpen en koppelingen voorzien.

Van den Directeur der brandweer bekwam ik de toezegging, dat de hoofdbrandwacht zal blijven toezien op het afsluiten van de waterleiding bij ingevallen vorst. Deze heeft van tijd tot tijd den toestand der brandbluschmiddelen nagegaan.

17 Maart 1894.

De algemeene Rijksarchivaris,

TH. H. F. VAN RIEMSDIJK.

[merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small]

Van den Directeur van het Koninklijk Huisarchief, krachtens beschikking van Hare Majesteit de Koningin-Weduwe, Regentes:

No. 1. I. Rentambt der domeinen van Montfort.

Stukken van algemeenen aard.

a. Lijst der plaatsen, behoorende onder het ambt of heerlijkheid Montfort, territoir van den Staat, Overkwartier van Gelderland, geformeerd 14 April 1785: bevolking, huizen, huisgezinnen, gehuchten en buurten etc. 1 stuk.

b. Instructie voor Johann Carl Rijcksz als drossaard van Montfort, gegeven te Berlijn 26 Maart 1743, copie.

Conditiën, waarop de heer Rijcksz, drossaard van Montfort, van intentie is een substituut te stellen, minuut.

Instructie voor den Drossaard met project van 1786.

Copie van de instructie voor den Rentmeester van Zijne Hoogheid van 1631 en ampliatie van 1632 en gedrukt 1679.

Copiën van instructiën voor verschillende ambtenaren en bedienden. 1 omslag.

Uitgaande en ingekomen stukken.

c. Register (gemerkt A) van resolutiën en authorisatiën van de Raden en Rekenmeesters van den Prins van Oranje over de goederen en domeinen der landen en heerlijkheid Montfort 15 Februari 1774-19 December 1791. 1 deel.

[blocks in formation]

d. Memoriaal of korte notulen van des Raads successieve resolutiën, beginnende met den jare 1776; dit register loopt tot 12 April 1809, sinds 1803 losse bladen achterin. 1 deel.

e. Gedetailleerde specifique rapporten over de respectieve goederen van de domeinen en heerlijkheid Montfort, specteerende aan den heere Prinse van Oranje en Nassau, uitgebracht in voldoening van het admodiatie-contract van dato 15 Februari 1774, hetwelk bij resolutie van den Domeinraad van 23 Maart 1780 met eenige wijzigingen voor zes jaren gecontinueerd werd. 1ste-9de rapport 1775-1781. 1 deel.

f. Generale rapporten van den rentmeester Henry Joseph Michiels 1802, 1803 en fragment van 1807. 1 omslag.

g. Registers van berichten, remonstrantiën en missiven aan Raden en Rekenmeesters over de goederen en domeinen der landen en heerlijkheid Montfort 11 Maart 1774-13 Mei 1791. 6 deelen.

h. Minuten van brieven aan den Domeinraad en raden Ardesch en Le Jeune, 1769-1793. 1 omslag.

aan de

i. Aanschrijvingen van de Koninklijk Pruisische Krijgsen Domeincommissie te Gelder, 1714-1764 en 1766-1769. 1 omslag.

k. Extract resolutiën van de Raden en Rekenmeesters van Zijne Hoogheid den Prins van Oranje-Nassau, 1686, 1690, 1692, 1700, Juli 1769-29 Januari 1795; van het Committé tot de algemeene zaken van het Bondgenootschap te lande, Juli 1795, van Thesaurier Generaal en Raden van Financiën, Minister van Financiën, Directeur der publieke domeinen en Commissarissen Temminck en Verbeek, 1803-1810. 2 omslagen.

1. Ingekomen brieven van:

P. A. Heinius, lid van de Krijgs- en Domeinkamer te Gelder 1727-1777;

C. G. von Reinhart als voren 1754-1763;

de leden van den Domeinraad van den Prins van Oranje, A. Ardesch 1771 1788, L. S. Le Jeune 1783-1792, Herm. Tollius 1791, 1792;

J. C. Reigersman, thesaurier van den Prins van Oranje 1774, 1775;

L. C. J. Köcker, klerk van de Auditiekamer 1778-1793; mr. W. Conraets, advocaat van Zijne Hoogheid te Venlo 1779-1796. 8 omslagen.

« PreviousContinue »