Page images
PDF
EPUB

Van heeren burgemeester en wethouders van Leeuwarden: Inventaris van het oud archief der stad Leeuwarden, door J. C. Singels, 8°., 1893.

Van de commissie voor het archief en de bibliotheek der gemeente Rotterdam:

Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam. Eerste deel. 4°., 1892.

Van de commissie over de Provinciale bibliotheek van Zeeland:

Catalogus van de pamfletten, tractaten enz., aanwezig in de Provinciale bibliotheek van Zeeland. Eerste deel 1568-1795, door J Broekema. 8'., 1892.

Van de schrijvers:

Verslag omtrent oude gemeente- en waterschaps archieven in de provincie Utrecht over 1892, door mr. R. Fruin Th. Azn. 8°. Geschiedenis van Cromstrijen, door P. M. H. Welker, 8'., 1892. Naamlijst der boeken van het geneologisch-heraldisch genootschap: De Nederlandsche Leeuw" door A. A. Vorsterman van Oijen. 8°. 1893.

De jaren 1830-1832 met de oud-strijders herdacht 1/3 Augustus 1891, door denzelfde. 8°. 1891.

Terwijl eindelijk nog voor de bibliotheek werd aangekocht: Verslagen en mededeelingen der vereeniging tot uitgave der bronnen van het oude vaderlandsche recht. Derde deel, n. 1,8'. 1893.

Mr. J. G. Ch. Joosting. Ordelen van den etstoel van Drenthe 1518-1604, 8'. 1893.

Dr. G. Brom. Bullarium Trajectense. Tomi secundi fasc. I et II, 8o. 1893.

E. W. Moes. Iconographia Batava, afl. 4-7, 8o, 1893.

A. M. H. J. Stokvis. Manuel d'histoire. Tôme troisième, fasc. III, 8., 1893.

Drs. J. Reitsma en S. D. van Veen. Acta der Provinciale en particuliere synoden, gehouden in de Noordelijke Nederlanden van 1572-1620, Tweede deel, 8°. 1893.

A. Hoogendijk Jz. De grootvisscherij op de Noordzee, 8'., 1893.

VII. Uitslag der pogingen om afschriften te verkrijgen van belangrijke onuitgegeven bescheiden voor het archief van de provincie van gewicht en berustende in andere

binnen- en buitenlandsche archieven.

Dewijl het niet bekend is, dat elders dergelijke bescheiden berusten, zijn geene pogingen beproefd kunnen worden, om afschrift, in den zin als hier boven bedoeld, te verkrijgen.

VIII. Gebruik van het archief gemaakt en inlichtingen verstrekt aan autoriteiten en particulieren.

In het archief werden onderzoekingen gedaan door de volgende heeren:

mr. S. Hannema, te 's Gravenhage, in het schepenarchief van de Zijpe en Hazepolder;

G. Dennig, te Spanbroek, naar eene erfdienstbaarheid ор land onder die gemeente;

P. Tjeenk Willink, naar placaten der Staten van Holland en West-Friesland;

P. N. van Doorninck, te Bennebroek, in de akteboeken van Haarlemmerliede, Spaarnwoude, Hofambacht, en naar Geldersche charters;

P. J. Buyskes, te 's Gravenhage, in het archief van Enkhuizen; G. J. W. Koolemans Beynen, te 's Gravenhage, naar den oorlog in Noordholland in 1799;

dr. Kunze, van Lubeck, naar akten voor het Hansische oorkondenboek;

mr. Frank K. van Lennep, te Amsterdam, in transportregisters van Diemen en Weesperkarspel;

jhr. P H. A. Martini Buys, te Rotterdam, naar de stichting der dokken te Amsterdam.

Onder de bezoekers reken ik ook den heer algemeenen Rijksarchivaris, door wien het archief den 16den December 1893 werd geinspecteerd

Voorts werd op verschillende wijze hulp verleend en inlichting gegeven aan autoriteiten, collegien en bijzondere personen, gelijk uit de hierna volgende aanteekeningen kan blijken.

Voor den heer algemeenen Rijksarchivaris werd opgemaakt eene lijst van in het depot van Noordholland aanwezige archieven. Met goed gevolg werd bij dien archivaris aanvrage gedaan, om ten behoeve der gemeente Enkhuizen te bekomen. het jaar 1617 der resolutien van de Staten van Holland en West-Friesland. Aan den burgemeester van Oud-Karspel werd afschrift gegeven van twee stukken, over het plaatsen van tolhekken tusschen die gemeente en Heer Hugowaard.

Voor den burgemeester van Noord-Scharwoude werden hersteld, twee doop- en trouwboeken dier gemeente.

Aan den burgemeester van Beverwijk werden inlichtingen gegeven, omtrent het gasthuis en de gasthuisarmen aldaar. Aan den burgemeester van Hilversum werd afschrift verstrekt eener transportakte van 2 Februari 1804.

Aan den burgemeester van Oosthuizen werden lijsten gegeven van hier berustende archiefstukken zijner gemeente en voor hem hersteld vijf doop- en trouwboeken van Oosthuizen, Etershem en Schardam.

Volgens machtiging van Uwe Excellentie ontving de archivaris van Rotterdam ter leen, grafelijkheidsregisters van Holland. De archivaris van Leiden, een dijckboeck van de stadt Edam, door Maarten Reynerssoen, den 15den Maart 1572.

Dr. G. W. Kernkamp, te Utrecht, een verslag der vergadering van laken bereiders in Holland, gehouden te Leiden 15 Juli 1671. Al hetgeen ten behoorlijken tijde in goede orde werd teruggezonden.

Voor Jacob Akkerman, te Steenwijk, werden transportregisters van Spaarnwoude, van het einde der 18de eeuw nagezien, om inlichtingen te bekomen omtrent de bezittingen en nalatenschap van Maagjen Jans genaamd Bons.

Voor dr. P. J. Blok, hoogleeraar te Groningen, werd onderzoek gedaan in rechterlijke archieven van West-Friesche en Kennemersteden en dorpen, naar bijzonderheden over het Kaas- en Broodsvolk.

Voor den heer C. Brinkman, gemeenteontvanger te NoordScharwoude, naar de verplichting tot onderhoud van het schutverlaat in den polder Heer Hugowaard.

Voor den heer P. A. Dekker Mz., te Limmen, in verband met eene nalatenschap, in de archieven van Broek in Waterland en Castricum.

Voor den heer P. N. van Doorninck, burgemeester van Bennebroek, werden inlichtingen ingewonnen omtrent de beschikkingen van het intermediair administratief bestuur van het voormalig gewest Holland, betrekking hebbende op de verwijdering van wapens uit de kerken.

Voorts aangaande de besturen welke elkaar nà 1795 in Gelderland hebben opgevolgd; en eindelijk werd hem de verklaring gegeven van negen latijnsche charters.

Voor mr. A J. Enschedé, archivaris van Haarlem, werden pogingen gedaan om inlichtingen te verkrijgen betreffende de societeit van Fransche jufferen, te Montfoort opgericht in 1688. Voor den heer H. Kroon Dz., te Hoorn, werd onderzoek ingesteld naar vaste goederen, bezeten door Jan Pietersz. Coen en zijne ouders.

Voor mr. J. P. F. van der Mieden van Opmeer, kantonrechter te Middelburg, naar den loop der crimineele proceduren tusschen 1740 en 1750 tegen mr. Jacob Coren van der Mieden en mr. Adriaan van der Mieden.

Voor mr. M. C. H. ridder Pauw van Wieldrecht, naar overdracht van de hofstad Oosterwijck onder Wijk aan Duin.

Voor den heer P. Haverkorn van Rijsewijk, directeur van het Museum Boyinans, te Rotterdam, naar den schilder Simon de Vlieger, in het archief van Weesp.

Ten behoeve van den heer W. C. Schermerhorn, te New-York, werden, in verband met eene te verwachten herstelling der kerk van Schermerhorn, inlichtingen ingewonnen omtrent nakomelingen uit zijn geslacht.

Aan den heer W. Jz Tuyn, wethouder te Edam, werd op zijn verzoek bericht gegeven van hetgeen door Guicciardijn over Edam vermeld wordt.

Aan verschillende particuliere personen werden afschriften verstrekt van oude akten en de daarvoor ontvangen gelden worden verantwoord in de hierbij gevoegde rekening.

Terwijl eindelijk, van tijd tot tijd ten behoeve van het Provinciaal bestuur, onderzoekingen werden gedaan en van den uitslag bericht werd gegeven.

IX. Uitkomst van de bemoeiingen met gemeente-, waterschaps

en andere archieven.

In de eerste plaats zij vermeld, dat ik, overeenkomstig de missive van Uwe Excellentie van 28 April 1893, no. 813, afd. K. W., onderzoek heb gedaan omtrent de veiligheid der bewaarplaats, den toestand en de behandeling der rechterlijke archieven berustende bij de gemeenten Amsterdam en Haarleni en bevonden dat een en ander niet te wenschen overlaat.

Ook de belangen van andere archieven in Noordholland zijn ter harte genomen.

Toen het onderzoek naar oude rechterlijke bescheiden, waartoe ik de opdracht ontving bij missive van Uwe Excellentie van

12 Mei 1888, n°. 996, afd. K. W., was afgeloopen, heb ik aan den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, afschrift gezonden van het verslag, dat van jaar tot jaar te dezer plaatse is uitgebracht. Z.E.H.G. vond daarin aanleiding, mijne opmerkingen aan veertien gemeentebesturen, wier archieven in de eerste plaats eene ordening noodig hadden, mede te deelen, met uitnoodiging de door mij aangeduide documenten, voor zoo ver zij zouden blijken daartoe van genoegzaam belang te zijn, ter plaatsing in het Provinciaal archief af te staan of ze althans tot onderzoek beschikbaar te stellen op den voet der circulaire van Gedeputeerde Staten van Noordholland van 1 Augustus 1883, no. 35 (Provinciaal blad n°. 45).

Door dertien gemeentebesturen is daarin toegestemd en dientengevolge zijn in den herfst van 1893, de volgende archieven. door mij overgenomen en naar Haarlem overgebracht, om daar te zijner tijd te worden geordend en beschreven, namelijk van de gemeenten :

[blocks in formation]

Bovendien is door bemiddeling van den heer Commissaris der Koningin ook het bestuur van de polder Geestmer Ambacht (Oosterdijk en Molengeersen) er toe gebracht, zijn archief over te geven om hier te worden bewaard en beschreven.

Met uitzondering van het laatstgenoemde bevinden al die archieven zich in vrij grooten staat van verwarring en is het

« PreviousContinue »