Page images
PDF
EPUB

142. B. 1683 Juli. . . .

Baljuw, burgemeesters en schepenen der stad Vere eigenen Wessel Becker aan een huis in de Outstraat aldaar, toebehoord hebbende aan de erven van Jacob Campe, maar wegens achterstallige huisschatting verkocht. Met het geschonden zegel ten zaken der stad in groene was. De datum van den brief is oningevuld.

143. 1736 Januari 6.

De Gecommitteerde raden van Zeelant gelasten de tenuitvoerlegging van het vonnis, door hen 1725 Januari 12 gewezen tusschen de weduwe van Huybregt van den Vlasschen, pachter van den brandewijnimpost over Goes, c. s., gedaagden in cas d'appèl, en Adriaen Vogel, heer van Heenvliet, baljuw van de stad Goes, impetrant in hetzelfde cas.

Het zegel van justitie verloren.

144. 1769. Juli 8.

Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Cornelis Braams, als executeur van den boedel van François de Kok, aan Martynus Bruyne Hoogerzeyl den eigendom van het huis, genaamd het Wapen van Zeeland, op den Kinderdijk aldaar overdraagt.

De 3 schepenzegels verloren.

BIJLAGE C.

BESCHRIJVING EENER VERZAMELING CHARTERS EN PAPIEREN
BETREFFENDE DE PROVINCIE VLAANDEREN, AFKOMSTIG

VAN VERSCHILLENDE PARTICULIEREN, BERUSTENDE
IN HET RIJKS ARCHIEF-DEPOT IN DE PRO-

VINCIE ZEELAND.

INLEIDING.

Deze verzameling bevat alle charters betreffende Vlaanderen, die het rijks archief-depôt in Zeeland door aankoop of schenking verkregen heeft, en die niet afkomstig bleken te zijn van archieven of verzamelingen, die reeds in het depôt berustten. Er zijn geene andere papieren toe gebracht, dan die, welke blijkbaar afkomstig zijn van dezelfde personen, waarvan charters in deze verzameling opgenomen zijn.

Wat de herkomst dezer stukken betreft, van niet alle is die kunnen worden vastgesteld. Verscheidene stukken zijn aangekocht in 1864 uit de nalatenschap van jhr. mr. Rethaan Macaré te Utrecht 1), andere zijn in 1894 in auctie Fiévez te Brussel verkregen 2), terwijl eenige andere stukken blijkbaar van de familie Veth afkomstig zijn (3), hoewel de wijze, waarop zij in dit depôt gekomen zijn, niet is kunnen worden vastgesteld.

Overigens komt de inrichting ook van dezen inventaris geheel met dien van de charters en papieren, afkomstig van Anna van Bourgondië, vrouwe van Ravestein, overeen. Alleen is bij de charters, die na de invoering van den Gregoriaanschen kalender in Vlaanderen (1 Januari 1583 (4)) vallen, de oorspronkelijke dateering, wier herleiding geene moeilijkheden geven kon, weggelaten.

(1) Deze stukken zijn gemerkt C (2) Deze stukken zijn gemerkt M. (3 Deze stukken zijn gemerkt §.

(4) Mededeeling van den heer J. Colens, conservator der Staatsarchieven te Brugge, ontleend an de archieven der stad Brugge en van het Vrije. Zie ook Bond (Handybook bladz. 95).

1. C. 1318 Mei 1.

INVENTARIS.

Schepenen van Axle oorkonden, dat Jan Moreel en Katerine, zijne echtgenoot, aan Gielis Moreel overdragen den eigendom van 12 gemeten land in den polder ter Nose, hun aangekomen van Boudin Radewaerd, en zulks in ruil tegen het door Gielis voornoemd ter Muden in den Reube ingedijkte land.

Int jaer ons Heren dusentich driehondert ende achtiene in Meyedaghe.

Met 3 geschonden schepenzegels in groene was; 1 verloren.

2. C. 1479 September 11.

Willem van den Voorde, baljuw van het leenhof in den Brouc bij Male, erkent van Phelips Gheerrolf 11 pond, door deze verschuldigd wegens zijne opvolging in een leen van 45 gemeten land te Sinte Baefs, hem aangekomen bij doode van zijn broeder Jan Gheerrolf, ontvangen te hebben.

Den Xlen dach van Septembre int jaer XIIIIc neghen ende tseventich.

Met het geschonden zegel van den baljuw in groene was.

3. C. 1484 Januari 30.

Schepenen van Brugghe oorkonden, dat Joos de Deckere Jacopszuene en Alyor van Ackere zich onderwerpen aan de uitspraak van Stevin van der Gheynste, Stevin de Brune, Joos Goedghebuer en Joos van der Stichele, die door hen tot scheidslieden waren aangesteld in hun geschil over den muur achter hunne huizen in de Wulhuusstrate aldaar.

Dit was ghedaen int jaer ons Heeren duust vierhondert drie ende tachtentich up den dertichsten dach van Laumaendt.

Met 2 geschonden schepenzegels in groene was.

4. C. 1484 Augustus 19.

Jan, abt, en het klooster van Dunen van de orde van

Cystaeux in het bisdom van Tharemborch erkennen van Maertin Lem de Oostduinen van Vlaendren op zekere voorwaarden in pacht ontvangen te hebben.

Den XIXen dach van Ougst int jaer ons Heeren, als men screef duust vierhondert viere ende tachtentich. Gelijktijdig afschrift.

5. C. 14989 Februari 14.

Schepenen van (Brugghe?),, zittende ten daghelicschen berechte van partiën", doen ten gunste van den eischer uitspraak in het geschil tusschen Jacop Dheere, eischer, en Anthuenis Spillaert, verweerder, over de betaling van vijf pond 5 schellingen grooten.

Actum XIIII in Sporcle anno XCVIII.

6. C. 1501 November 6.

Schepenen slands van den Vryen oorkonden, dat Jan van der Eecke Janszoon, Luucx Adaemszoon en Pieter Janszoon van der Werfve van Chaerles van Wulffberghe Janszoon en Anthuenis Spillart voor drie jaren in pacht ontvangen de manschap van Lisseweghe-ambacht met alle heerlijkheden en baten, die daartoe behooren.

Dit was ghedaen op den zesten dach van Novembre int jaer ons Heeren, als men screef duust vijfhondert ende een.

Afschrift op papier van Daniel Feys, als klerk van het college van den Vrye, dd. 1501 December 11.

7. C. 1502 3 Januari 18.

Anthuenis Spillart doet eene opgave van de goederen, die zijne echtgenoot Anthonine Jacopsdochtre van der Steghele te leen houdt van Joos van den Couderburch wegens zijn leenhof in de Sent-Jansstrate te Brugghe. Den XVIIIen dach van Laumaend int jaer duust vijfhondert ende twee.

Afschrift op papier. Op hetzelfde stuk bevinden zich nog twee andere afschriften dd. als boven (zie nos. 8 en 9).

8. C. 1502/3 Januari 18.

Anthuenis Spillart doet eene opgave van de goederen, die zijne echtgenoot Anthonine Jacopsdochtre van der

Steghele te leen houdt van Jan van Claerhout, ridder, heer van Coolscamp, Putthem en Arssebrouc, wegens zijn leenhof van Arssebrouc.

Up den XVIIIen dach van Laumaent int jaer duust vijfhondert ende twee.

Afschritt op papier. Op hetzelfde stuk bevinden zich nog twee andere afschriften dd. als boven (zie nos. 7 en 9).

9. C. 1502 3 Januari 18.

Anthuenis Spillart doet eene opgave van de goederen, die zijne echtgenoot Anthonine Jacopsdochtre van der Steghele te leen houdt van Ghillain van Haefstercke, schildknaap, wegens zijn leenhof te Zedelghem.

Den XVIIIen dach van Laumaent int jaer duust vijfhondert ende twee.

[ocr errors]

Afschrift op papier. Op hetzelfde stuk bevinden zich nog twee andere afschriften dd. als boven (zie nos. 7 en 8).

10. C. 1507 Juni 18.

De notaris Johannes Bertijn oorkondt, dat Arnoud Claissone Gheeraerd, zijne echtgenoot Kathelyne, en Cornelie Jan Amandsdochter van den Heyle aan Clais Reyngot den eigendom van 4 gemeten 2 lijnen 12 roeden land te Houtawe overdragen.

Dit was ghedaen in de stede van Brugghe

int jaer, dach, maend, indictie ende paeusscip voorscreven (den achtiensten dach van Wedemaend int jaer ons Heeren duust vijfhondert ende zevene in de tienste indictie ende int virde jaer des paeusscips ons helichs vaders in Gode ende heeren ons heeren des paeus Iulius de tweste).

Met het geteckende zegel van den notaris.

11. C. 1531 Maart 29.

Schepenen van Brugghe oorkonden, dat Jaquemyne van den Watre Clement Gheerolfs weduwe, Joos Gheerolfs Clementzuene, haar zoon, en Pauwels Inbona en Joos Schondharine als voogden van Guillame, Joorkin en Jaquemijnckin, kinderen van Clement Gheerolfs, de nalatenschap van hun echtgenoot en vader verdeelen.

Dit was ghedaen int jaer duust vijfhondert ende dertich up den neghenentwintichsten dach van Maert. De 2 schepenzegels verloren.

« PreviousContinue »