De werken van E. J. Potgieter, proza, poëzy, kritiek, Volume 14H. D. Tjeenk Willink, 1886 - Denmark |
Contents
181 | |
188 | |
191 | |
198 | |
215 | |
219 | |
220 | |
234 | |
97 | |
106 | |
116 | |
127 | |
136 | |
138 | |
147 | |
151 | |
152 | |
175 | |
178 | |
243 | |
265 | |
273 | |
275 | |
280 | |
281 | |
286 | |
295 | |
331 | |
332 | |
349 | |
Other editions - View all
Common terms and phrases
alles andermaal auteur Avennes beide bloed Bogaers Cluys-werck Costa Daer dagen deed dewijl dichter dichtstuk dien dier dood eenige eeuw eischen gaarne gebragt gedachten geest gemoed genie getuigen Geuzen Gibraltar giek goed haer hart Heemskerck heer Engelen heid held Hollands Hollandsche hoofd hoop Horatius hunne Huygens ieder iemand iets Jacob van Heemskerck klip Krit kunst laatste land leven lezers liefde maken Malplaquet meester Meijer menig moed mogen mogt Muze naauwelijks neen Neêrland Oliver Goldsmith onderwerp Onno Zwier onze onzent onzer onzes oogenblik poëzij regt rots satire Scarlet letter scheen schetsen schier schip schoon schrijver slechts Spaansche Staatshervormen strijd studie talent thans Thomas Moore toestand togt tusschen vader vaderland verhaal vernuft verre verzen vijands vloot volk vorst vragen vrienden vroeger waarheid waarmede want weêr weet weinig welligt wenschen wereld wien Willem woord zang zege zelf zelven zien zijner zouden zucht
Popular passages
Page 212 - L'histoire de la Révolution est glorieuse et triste comme le lendemain d'une victoire, et comme la veille d'un autre combat. Mais si cette histoire est pleine de deuil , elle est pleine surtout de foi. Elle ressemble au drame antique, où, pendant que le narrateur fait le récit, le chœur du peuple chante la gloire, pleure les victimes et élève un hymne de consolation et d'espérance à Dieu ! > CLI Ce jugement est une ode plus qu'un arrêt.
Page 98 - Fit retribution ! Gaul may champ the bit, And foam in fetters ; — but is Earth more free ? Did nations combat to make One submit; Or league to teach all kings true sovereignty?
Page 241 - Hoffnung nicht begründet sein, daß die Landschaftsmalerei zu einer neuen, nie gesehenen Herrlichkeit erblühen werde, wenn hochbegabte Künstler öfter die engen Grenzen des Mittelmeers überschreiten können...
Page 26 - Hond ick dien tengel op, als of ick 't niet en de'e. Ock, siende my ontsien, ontsien ick my te minder Het niewe van de straet, of staten hier en ginder Te hooren opperen, door een bedientes mond, Dien 't sonder mijn gedoogh niet...
Page 26 - Gemeen' of eigen ramp soo heftigh overloopen , Dat het kinds kinderen als met den hals bekoopen En slaven onder mijn...
Page 212 - Le crime a tout perdu en se melant dans les rangs de la république. Combattre ce n'est pas immoler. Otons le crime de la cause du peuple comme une arme qui lui a percé la main et qui a changé la liberté en despotisme; ne cherchons pas à justifier l'échafaud par la patrie et les proscriptions par la liberté ; n'endurcissons pas l'âme du siècle par le sophisme de l'énergie révolutionnaire ; laissons son...
Page 10 - Christen inheemsch, geheel zeventiendeëeuwsch, zooge mij het woord vergunt, heeft zijne individualiteit niets, dat hij voor u behoeft te verbergen. Altijd Hollander, Hagenaar, Hervormde, drie voorregten, voor welke hij God dankt, is zijn huiselijk leven in harmonij met zijn maatschappelijk verkeer, met zijn burgerlijk gedrag : een degel ij k, een geheel, een waar man. Ziedaar Huygens, ziedaar het geheim zijner verdiensten...
Page 234 - t scheiden valt, bij elk vertrek naar boord, Als ze in zijn armen hangt en in haar tranen smoort; Hoe de oudste knaap hem lijkt, en, schoon pas zeven jaren, Reeds plaagt, bij elke reis, om met hem mee te varen, En hoe zijn droeve vrouw, terwijl de jongen smeekt, Den lach geen meester is, die door haar tranen breekt; Hoe bij het laatst vaarwel, zoo zuur hun opgebroken, De zuigling aan haar borst, met de armpjes uitgestoken, Hem nareikte om een kus en toeriep honderd keer . . . Hier houdt de spreker...
Page 12 - t geheim, is wedervaeren. Veel onde brengen daer een kennis in haer graf Daer voor een nasaet wel een dusend dancken gaf; Als 's achterhaelbaer was : wat heb ick wel vergeten Met vragen t...
Page 315 - Geen wonder, neen! dat Islams drommen, (Die eens van 't Afrikaansche strand Naar uw bebloemden oeverrand, Bij 't Allah-juichen, overzwommen) Toen ze, in het zweet van heldendaan, Zeeghaftig uw gebergt beklommen, Verrukt, betooverd, bleven staan; De speren, die hun vuisten drilden, Ter neder wierpen bij hun schilden; De bloedspat...