Page images
PDF
EPUB

VERSLAGEN

OMTRENT

's RIJKS OUDE ARCHIEVEN.

XXXVIII.

EERSTE DEEL.

1915.

'S-GRAVENHAGE 1916.

A49. v.38-39

INHOUD.

Het Rijksarchiefwezen in het algemeen

Personeel..

Toestand der Rijksarchieven in de provinciën

In bewaring geven en nemen en uitleenen van archivalia

Uitgaven. .

Traktementen en pensioenen

Bladz.

1

1

2

6

8

9

[ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

Maatregelen, verband houdende met de in 1914 gehouden bijeenkomst der Rijksarchivarissen

15

[ocr errors]

Bemoeiingen met andere archieven dan de Rijksarchieven in de provinciën .

17

Bijlage.

Koninklijk besluit van den 17den Juli 1915 (Stbl. n°. 334)

[blocks in formation]

Uitgave van in de bewaarplaats berustende bescheiden. 45 Aanwinsten en verliezen. .

[ocr errors][merged small]

Gebruik van de verzamelingen gemaakt door en verstrekken van inlichtingen aan autoriteiten en particulieren . .

56

Bemoeiingen met gemeente-, waterschaps- en andere archieven in de provincie Zuid-Holland.

61

M 4909

II

Bijlagen.

Bladz.

I. Staat der aanwinsten en verliezen van het Alge-
meen Rijksarchief in 1815 (J. BRUGGEMAN).

65

II. Beschrijving eener verzameling stukken, afkomstig
van de familie Van Aerssen van Voshol (J. A. G.
VERSPYCK MIJNSEN).

77

III.

.

De archieven van de eerste „Maatschappij van
Weldadigheid" in de Noordelijke Nederlanden.
1818-1859 (J. C. BETH). .

193

IV. Beschrijving eener verzameling stukken, afkomstig van Mrs. C. F. en G. A. G. van Maanen (W. MOLL). 238 V. Beschrijving eener verzameling stukken, afkomstig van Jhr. Mr. J. Röell (Mej. M. BURNIER) . . . . 248 VI. Inventaire des archives de la légation des Pays-Bas près le St. Siège.

266

VII. De archieven der Groote Visscherij (P. A. N. S.
VAN MEURS) .

272

VIII. Het archief der heerlijkheid Heerjansdam (W. MOLL) 320 IX. Beschrijving eener verzameling stukken, afkomstig

van Jhr. J. J. Quarles van Ufford (W. MOLL) . . 359 X. Beschrijving eener verzameling stukken, afkomstig van Mr. G. J. Chr. Schneither (Mej. M. BURNIER). 366 XI. Beschrijving eener verzameling stukken, afkomstig van het Departement van Koloniën (Statistiekarchief) (Mej. M. BURNIER)..

. . 380

XII. Beschrijving eener verzameling stukken, afkomstig
van Jacob Pieter van Braam (J. DE HULLU).
XIII. De oude notarieele archieven van Leiden (W. J.
J. C. BIJLEVELD).

.

393

[ocr errors]
[ocr errors]

422

[ocr errors]

XIV. De archieven van Langeland en Kortland (Krimpen aan den IJssel (H. J. L. TH. VAN RHEINECK LEYSSIUS) 520 XV. Verslag over vernietigbare stukken in gemeentearchieven in Zuid-Holland (J. C. BETH)

568

Notulen van de zevenentwintigste bijeenkomst der Rijksarchivarissen (met bijlage).

570

UNIV.
ALIFORNIA

HET RIJKSARCHIEFWEZEN IN HET ALGEMEEN.

Personeel.

In het personeel der Rijksarchieven in de provinciën kwam in het jaar 1915 geene andere verandering, dan dat met 1 April van dat jaar D. Strikkers tot klerk-concierge aan het Rijksarchief in Noord-Brabant werd benoemd. Daar hij reeds ongeveer 13 jaren als tijdelijk ambtenaar bij dat depôt in functie was, en zijne achtereenvolgende chefs allen zijne werkzaamheden ten nutte der Noordbrabantsche archieven zeer hebben op prijs gesteld, verheug ik mij, dat hij thans vast aan het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch verbonden is.

Overigens had noch uitbreiding noch bevordering van het personeel der Rijksarchieven plaats. De ongunstige tijdsomstandigheden verzetten er zich tegen ook in die gevallen, waarin het archief belang, op zich zelf beschouwd, zeer zeker uitbreiding van personeel, zooals in Overijsel, of bevordering van ambtenaren, zooals aan het Algemeen Rijksarchief, in Zeeland, Utrecht, Drente en Limburg, zou hebben medegebracht. Op de Staatsbegrooting voor 1916 zijn intusschen de gelden voor de bevordering der amanuenses in Drente en Limburg tot adjunctcommies uitgetrokken. Dat geene gelden zijn aangevraagd voor de bevordering van adjunct-commiezen tot commies en van commiezen tot hoofdcommies, is een gevolg van den aangenomen stelregel, dat in de tegenwoordige omstandigheden geene bevorderingen tot hoogeren rang plaats hebben, wanneer aan dien hoogeren rang een aanvangstraktement van meer dan f 1800 's jaars verbonden is. Ik hoop van harte, dat de omstandigheden spoedig aanleiding zullen geven deze beperking op te heffen, omdat inderdaad vele archiefambtenaren, die er door getroffen worden, van gelijken levensstandaard zijn als de departementsambtenaren, die wèl bevorderd zijn.

« PreviousContinue »