Hollands rijkdom: behelzende den oorsprong van den koophandel, en van de magt van dezen staat; de toeneemende vermeerdering van deszelfs koophandel en scheepvaart; de oorzaaken, welke tot derzelver aanwas medegewerkt hebben; die, welke tegenwoordig tot derzelver verval strekken; mitsgaders de middelen, welke dezelven wederom zouden kunnen opbeuren, en tot hunnen voorigen bloei brengen, Part 1Luzac en van Damme, 1780 - Merchant marine |
Other editions - View all
Common terms and phrases
aldaar Allemannen Amfterdam Arcadius Batavieren bewooners bragt Brazil Cæfar Compagnie Coopluyden D. I. bl daer dair defen deszelfs dezelve dien Dordrecht drs holl eenige eerfte eeuw eiland Engeland Engelfchen fche fcheepsmagt fcheepvaart fchen fchepen fchijnt federt felve fijn flechts fonder foude Franfchen Franken ftaan ftaat ftad fteden fterkten fullen Gallië gebragt gedaen geweest goede goederen Graaven haer handel Hanzé hebbende Heere Hift Holland Hollanders hollandfche honderd hunne I. D. bl Ibid Indië Italië Item Karel Koning koophandel kusten land Leyden luyden maaken Maatſchappij magt mede meefter moeften mogen mynen naer Noormannen ofte oick onfe onze oock oorlog Oostzee plaatfen Portugal Portugeezen recht Reeckeninge Rhijn rijk Romeinen romeinfche ſchepen Spanje ſtaat ſteden TACITUS Ternate tocht tollen tusfchen vaart vande Veneti vereenigde verfcheiden visfchen visfcherij vloot voirfcreeven volken voorfz Vorst wefen welcke wierden zelve zoude zullen دو